Menu
14/04/2020

Het coronavirus zorgt voor een tijdelijk verbod op uithuiszettingen

Op 20 maart 2020 werd door de Vlaamse Regering bij besluit een civiele noodtoestand uitgevaardigd. Op deze manier probeert de Vlaamse Regering de (zware) gevolgen van de coronacrisis op de sociale én private huurmarkt te temperen.  


Eén maatregel die in het oog springt, is het tijdelijk verbod op uithuiszettingen tijdens deze noodsituatie, waarover in deze blog meer informatie te vinden is. 

Welke uithuiszettingen vallen onder de maatregel?

Enkel de uithuiszettingen die voortvloeien uit geschillen met betrekking tot woninghuur die door de vrederechter (of in hoger beroep door de rechtbank van eerste aanleg) werden uitgesproken.

Dit geldt zowel voor de huurovereenkomsten die werden gesloten voor de inwerkingtreding van het nieuwe Vlaams Woninghuurdecreet (1 januari 2019) als na de datum van de inwerkingtreding en zowel voor sociale als private huurovereenkomsten.

Wat eveneens onder het verbod valt zijn de uithuiszettingen uit de tweede verblijven en de uithuiszetting van studentenhuisvesting. Het Gewest is bevoegd (ondanks dat de bevoegdheid nog niet werd opgenomen) voor de tweede verblijven. Wat betreft de studentenhuisvesting werd deze bevoegdheid expliciet opgenomen in het Vlaams Woninghuurdecreet.

Echter zijn er ook enkele uithuiszettingen die niet onder het tijdelijk verbod vallen. Zoals bijvoorbeeld:

  • Uithuiszetting in verband met voorlopige maatregelen tussen (ex)partners;
  • Uithuiszetting van krakers;
  • Uithuiszetting in verband met onbewoonbaarheidverklaring door de burgermeester (maar de burgermeester dient hierbij onmiddellijk een alternatief te voorzien)
  • Uithuiszettingen die gebeuren op basis van notariële akten (bijvoorbeeld een nieuwe eigenaar kan zijn woning niet betreden omdat de vorige bewoner niet vrijwillig het pand verlaat)
  • Uithuiszettingen met betrekking tot huurovereenkomsten van gemeen recht, dit wilt zeggen: voor zover de gehuurde plaatsen niet voor bewoning worden gebruikt.

Wat betekent dit verbod nu exact?

Het verbod werd ingevoerd in verband met de uitvoeringen van de eigenlijke uithuiszettingen. Dit betekent dat er geen verbod is voor de vrederechter (of in hoger beroep: de rechtbank van eerste aanleg) tot het uitspreken van een uithuiszetting.

Het tijdelijk verbod werd op 20 maart 2020 ingesteld voor een duurtijd van 120 dagen, wat betekent dat de civiele noodsituatie zal blijven duren tot en met 17 juli 2020. Vanaf 18 juli 2020 zullen aldus normaal gezien uithuiszettingen opnieuw kunnen worden uitgevoerd, onder voorbehoud natuurlijk van eventuele verlengingen van de maatregelen.

Heeft u nog vragen in verband met uithuiszettingen?

Aarzel niet en contacteer Ad Verlaw of stel uw vraag rechtstreeks via ons digitaal loket (ook mogelijk vanuit het buitenland).